SV | Uw kalf, o Samaria! heeft [u] verstoten; Mijn toorn is tegen hen ontstoken; hoe lang zullen zij de reinigheid niet verdragen? |
WLC | זָנַח֙ עֶגְלֵ֣ךְ שֹֽׁמְרֹ֔ון חָרָ֥ה אַפִּ֖י בָּ֑ם עַד־מָתַ֕י לֹ֥א יוּכְל֖וּ נִקָּיֹֽן׃ |
Trans. | zānaḥ ‘eḡəlēḵə šōmərwōn ḥārâ ’apî bām ‘aḏ-māṯay lō’ yûḵəlû niqqāyōn: |
Uw kalf, o Samaria! heeft [u] verstoten; Mijn toorn is tegen hen ontstoken; hoe lang zullen zij de reinigheid niet verdragen?
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
Uw kalf, o Samaria! heeft [u] verstoten; Mijn toorn is tegen hen ontstoken; hoe lang zullen zij de reinigheid niet verdragen?
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!